Ik zit rustig achter mijn laptop wanneer Nina gilt dat we naar de overkant moeten. De reden daarvan is het feit dat de de buurman SOS-tekens doorseint met een lampje. Ik pak mijn sleutels en telefoon en storm naar beneden. Nina volgt. Wanneer we de straat oversteken en rennend bij het raam van de buurman aan komen, vragen we wat er aan de hand is. De buurman zit rustig in zijn rollator voor de opening van het raam, begane grond. Hij licht ons in over het feit dat onze kat (Snorretje) niet meer op de vensterbank kan zitten, aangezien we op strategische wijze een pot met knikkers hebben neergezet op zijn favoriete chillplekje.
De buurman wekt een eenzame en zielige indruk, waardoor ik een beetje medelijden met hem krijg. Een oude kerel die zonder vrouw of ander gezelschap in een donker huis zijn laatste dagen verslijt. Ik besluit een gesprek met hem aan te gaan, puur voor mijn zelfvoldoening en karma. En ook een beetje voor de meneer.
Hij vertelt dat hij hier al achtentwintig jaar woonachtig is en dat hij de buurt zorgvuldig in de gaten houdt. Ook houdt hij ons in de gaten, hij laat ons weten dat hij ons regelmatig door de woonkamer ziet lopen. Dus ook wanneer Nina topless of ik in een handdoek omwikkeld onder de douche vandaan kom. (Dat zei hij niet, maar dat is wel de realiteit.)
De volgende middag, wanneer ik samen met mijn ochtendhumeur heb plaatsgenomen achter mijn laptop en Nina in haar ochtendjas mijn voorbeeld opvolgt, schuift ze de gordijnen opzij. Ze schrikt, want ze ziet de buurman zitten. Ik kijk voorzichtig en ook ik zie de hoogbejaarde, maar eenzame buurman naar ons gluren. Vanaf vandaag doe ik nooit meer iets goeds voor mijn karma, of voor oude buurmannen die SOS-tekens doorseinen d.m.v. een lampje.
vrijdag 25 september 2009
Buren
door: robina ophelia johanna spaans op 14:25