teeter-tottering between brilliance and insanity


zondag 6 september 2009

Zondag

Het is vroeg. Kwart over zes, om precies te zijn. Station Amsterdam Centraal. Zondagochtend. Uitgestorven, op een aantal mysterieuze donkere types na. De meeste meisjes en vrouwen wanen zich hier zo te zien niet in de ochtenduren zonder gezelschap. Helaas is mijn gezelschap vijf minuten eerder in hun trein gestapt. Ik zit uitgezakt op een bankje en ik heb het koud. Mijn haar zit in de war en mijn make-up is uitgelopen. Zou zo voor een slachtoffer van verkrachting door kunnen gaan.

Ik word uitgelachen door een behaarde kerel met naar schatting zo'n 40 kilo overgewicht. Hij draagt een legerprintbroek en midlifecrisis met zich mee. Rebels als ik ben steek ik mijn laatste sigaret op zonder in de omgeving van een rookpaal te verkeren. Er komt een neger aangelopen die me om een vuurtje vraagt. Dat heb ik, en geef ik dan ook. Alsof hij mijn gedachten kan lezen loopt hij snel weg nadat hij zijn sigaret heeft aangestoken.

In een roes realiseer ik me langzaamaan dat mijn trein aan komt rijden. Ik stap in, zet mijn wekker op twintig minuten later en sluit mijn ogen.