teeter-tottering between brilliance and insanity


vrijdag 4 september 2009

Leven

Het regent. Slechts gekleed in een cardigan word ik vanzelfsprekend zeiknat. Wanneer ik de paraplu op steek die ik al de godganse dag met me meesleep begint de zon te schijnen. De lucht wordt blauw en in de verte zie ik een regenboog ontstaan. Plotseling ben ik omringd door vrolijke akoestische muziek en een stel voetgangers die mijn hand vastpakken. Ze brengen me huppelend naar het centrum van de stad. We lachen en praten en roken. We zingen en we dansen met onze gekleurde paraplu's in onze handen. Iedereen is gelukkig en niemand kijkt van onze vreugde op. Het begint te schemeren, de zon trekt weg en het is weer donker en koud.

Ik ontwaak uit mijn Mary Poppins-achtige droom en glijd uit wanneer ik de hoge stoeprand op stap. Ik scan mijn omgeving en wanneer ik niemand om me heen zie bid ik dat er geen toeschouwers achter de ramen staan van de huizenblokken waar ik me tussenin bevind. Even verderop zie ik een mevrouw met een kleuter. De kleuter volgt mijn voorbeeld op door net als ik uit te glijden en begint vervolgens luidkeels te gillen. Wanneer ik langs loop kijkt ze me met grote ogen aan terwijl het gebrul mijn trommelvliezen beschadigt.

Halverwege mijn tocht naar de tramhalte scheurt er een taxi over het zebrapad wanneer ik deze oversteek. 'Klootzak!' Het is al de tweede keer deze week dat een taxichauffeur me van het leven probeert te beroven. Ik zet mijn tocht voort en klap de paraplu weer in wanneer ik zie dat een aantal voorbijgangers me vreemd aankijkt. Het regent kennelijk niet meer. Nadat ik mijn tram heb gemist en tien minuten heb gewacht op de volgende kom ik tot de ontdekking dat het saldo van mijn OV-chipkaart te laag is om me in het vervoersmiddel te mogen bevinden. De eerstvolgende halte stap ik uit om mijn rekening te legen en mijn saldo op te laden in de Albert Heijn. Dit lukt helaas niet zonder een kwartier in de rij te staan.

Wanneer ik een halfuur later eindelijk op station Sloterdijk arriveer regent het ondertussen alweer. Door de harde windstoten klapt mijn paraplu binnenstebuiten, maar het interesseert me vrij weinig. In mijn gedachten dwaal ik alweer af naar mijn homoseksuele hippiewereld.